Strafzaken

Inleiding en cijfers

Het werkterrein van de strafkamer bestrijkt de gebieden materieel strafrecht, strafprocesrecht, bijzonder strafrecht, Europees recht (EU-recht en EVRM) en internationaal strafrecht. De strafkamer behandelt ook uitleveringszaken en herzieningszaken.


De totale instroom van strafzaken was in 2020 3414, dit aantal is ongeveer in overeenstemming met de verwachting (3500), maar wat minder dan in 2019 (3755). Het aantal ingestroomde zaken waarin cassatiemiddelen werden geformuleerd bleef ongeveer gelijk: 2008 (verwachting was 1925; in 2019 waren het er 2079).

De wat lagere instroom kan voor een deel verklaard worden door de Covid-19 pandemie, die in de feitenrechtspraak leidde tot een verminderde afdoening van strafzaken. In de periode tussen 17 maart 2020 en 21 mei 2020 bijvoorbeeld konden ongeveer 3000 strafzaken bij de gerechtshoven niet worden behandeld. Daarnaast was al in 2019 een licht dalende tendens in de instroom zichtbaar, die zich in 2020 voortzette. Opvallend is dat de teruglopende instroom in 2020 zich vooral voordeed in zaken waarin uiteindelijk geen cassatiemiddelen werden ingediend, wat meebrengt dat de zaak meteen niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het aantal zaken waarin dat gebeurde nam dus ook af.

In de zaken waarin wel cassatiemiddelen werden geformuleerd, werd in 2020 in 949 zaken een conclusie (juridisch advies) opgesteld door de advocaat-generaal (verwachting was 950; in 2019 waren het er 1124).

De totale uitstroom van zaken in 2020 was 3459 (verwachting was 3500), waarvan 3246 uitspraken. In 2019 was het aantal uitspraken 4155. De uitstroom van uitspraken in zaken met cassatiemiddelen in 2020 was 1885, ook dit aantal is beduidend lager dan in 2019 (2436).

Opvallend is wel dat van die 1885 uitspraken in 2020 in zaken met cassatiemiddelen een groter aantal zaken inhoudelijk (dus met uitgeschreven overwegingen) werd afgedaan dan in 2019 (735 tegen 629). Het gebruik van de mogelijkheden tot verkorte afdoening van zaken (toepassing van artikel 80a Wet RO en artikel 81 Wet RO) liep ten opzichte van 2019 sterk terug (830 respectievelijk 320 in 2020; 1442 respectievelijk 365 in 2019). Deze terugloop in toepassing van artikel 80a Wet RO en 81 Wet RO hangt mogelijk samen met de hiervoor al aangeduide dalende tendens in de instroom die in 2019 ten opzichte van de voorafgaande jaren zichtbaar was. Daarnaast kan de verminderde toepassing van deze verkorte afdoeningen en mogelijk ook de vermindering van het aantal zaken waarin uiteindelijk geen cassatiemiddelen werden geformuleerd, een gevolg zijn van de invoering en consequente toepassing van die verkorte afdoeningen in de afgelopen jaren. Die toepassing in de afgelopen jaren kan namelijk leiden tot een geleidelijke terugloop van het aantal cassatieberoepen waarin op voorhand al duidelijk moet zijn dat zij niet tot succes kunnen leiden. De ten opzichte van 2019 teruggelopen uitstroom vindt daarnaast zijn verklaring in de omstandigheid dat in 2019 (en de voorafgaande jaren) nog veel ‘werkvoorraad’ werd afgedaan. Omdat die categorie van liggende zaken daardoor tot zeer aanvaardbare proporties was teruggebracht, is te zien dat in 2020 de totale instroom en uitstroom van zaken goed met elkaar in balans is.

Van het totale aantal van 3246 uitspraken in 2020 werd in 481 zaken het cassatieberoep verworpen (2019: 539), in 186 zaken werd vernietigd of verwezen (of teruggewezen) naar een hof of rechtbank (in 2019: 187) en in 254 zaken werd vernietigd en door de Hoge Raad zelf afgedaan (2019: 161). Van de rest werd een groot deel – naast een categorie ‘overige’ – niet-ontvankelijk verklaard. Van het totale aantal zaken met middelen (1885) werd dus in 23 procent van de zaken vernietigd. Dat is bijna 10 procent meer dan in 2019. Een verklaring hiervoor is dat de Hoge Raad sinds zijn arrest van 26 mei 2020 (HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914) ambtshalve ingrijpt in zaken waarin vervangende hechtenis is opgelegd bij een schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Wetboek van Strafrecht). De Hoge Raad vernietigt de uitspraak voor zover vervangende hechtenis is toegepast en zet deze om in een gijzeling van gelijke duur. Dit heeft mede geleid tot een hoger vernietigingspercentage in 2020.

Zie ook: Cijfers en verantwoording